Private Banking

De overdracht van uw familiebedrijf in 10 vragen

Jean-Philippe Bonte

Jean-Philippe Bonte

Nadia Maes

Nadia Maes

Bijna driekwart van de Belgische ondernemingen is een familiebedrijf. Hoe kunnen zij het beste omgaan met het overlijden van de bedrijfsleider? Hoe hoog kunnen de successierechten oplopen? Kunt u die vermijden door uw onderneming aan uw kinderen te schenken? En hoe werkt dat dan? Onze specialisten in Wealth Analysis & Planning (WAP) beantwoorden de prangendste vragen.

1. Zijn de successierechten echt zo hoog in België?

“Dat is een realiteit”, zegt WAP-specialist Nadia Maes, “die verschilt van gewest tot gewest. In België beginnen de successierechten voor nakomelingen in directe lijn bij 3% en in Brussel en Wallonië gaan die tot 30%, in Vlaanderen tot 27%. Het hoogste tarief geldt in Vlaanderen voor alle nettoactiva boven 250.000 euro. Tussen broers en zussen bedraagt het marginale tarief in Brussel 65% vanaf 250.000 euro en in Vlaanderen 55% voor alles boven 75.000 euro. Tussen ooms, tantes, neven en nichten hanteert Brussel een tarief van 70% voor alles boven 175.000 euro en Vlaanderen 55% voor alles boven 75.000 euro. En als er geen familieband is, liggen de tarieven in Brussel nog hoger, in Vlaanderen is 55% ook bij erfenissen tussen andere personen het hoogste tarief. Hoe verder de erfgenaam van de overledene staat, hoe hoger het belastingtarief. Het bevoegde gewest is dat waar de overledene in de laatste vijf jaar voor diens overlijden het grootste deel van de tijd heeft gewoond.”

 

2. Kunnen die belastingen in verband met het familiebedrijf naar beneden worden gebracht?

“De drie gewesten hebben een specifieke regeling goedgekeurd voor de overdracht van familiebedrijven, ongeacht of het om een eenmanszaak of een vennootschap gaat”, legt Nadia Maes uit. De tarieven kunnen worden verlaagd tot 3% in Vlaanderen en Brussel-Hoofdstad en tot 0% in Wallonië. Die voorkeursregeling is niet automatisch, ze moet worden aangevraagd en het bedrijf moet aan verschillende voorwaarden voldoen gedurende drie jaar in Vlaanderen en Brussel en vijf jaar in Wallonië.”

“Bovendien kun je in alle gewesten schenken tegen nultarief”, voegt Jean-Philippe Bonte, ook WAP-expert, daaraan toe. Ook daarvoor gelden bepaalde voorwaarden gedurende een periode van drie tot vijf jaar. Deze voorwaarden hebben niet alleen betrekking op het familiale karakter van de onderneming, maar ook op de activiteit en de werkgelegenheid. In een notendop is dat voordeel immers bedoeld voor operationele bedrijven (productie, handel, vrije beroepen ...) en niet voor vastgoed- of managementvennootschappen. Wie niet lang genoeg aan die voorwaarden voldoet, kan beter voor een klassieke schenking van roerende goederen kiezen en de 3% rechten in Brussel en Vlaanderen en 3,3 % in Wallonië betalen.”

 

3. We nemen het voorbeeld van een eigenaar van een familiebedrijf waarvan de waarde op 2 miljoen euro wordt geraamd, gehuwd met gemeenschapsstelsel, met twee kinderen en een gezinswoning ter waarde van 700.000 euro. Wat gebeurt er bij zijn overlijden?

“Als er niet aan successieplanning is gedaan,” waarschuwt Jean-Philippe Bonte, “dan geldt de wettelijke erfopvolging: de langstlevende echtgenoot erft het vruchtgebruik en de kinderen de blote eigendom. Via het vruchtgebruik kan iemand genot hebben van het goed, in dit geval dus de aandelen van de vennootschap. De huwelijkspartner ontvangt de dividenden, kan stemmen op vergaderingen, kan bestuurders benoemen en ontslaan, beslist over het dividendbeleid enz. Dat kan in de praktijk problemen opleveren als bijvoorbeeld een van de kinderen actief is in de vennootschap. Die krijgt dan de blote eigendom van de helft van de aandelen, maar diens belangen kunnen in conflict komen met die van de andere erfgenamen. Als de vennootschap winst maakt, wil die die winst misschien herinvesteren, terwijl de erfgenamen liever een dividend uitbetaald krijgen.”

“Ook fiscaal is dat niet optimaal. Het vruchtgebruik wordt gewaardeerd en belast in hoofde van de langstlevende echtgenoot en de blote eigendom in hoofde van de twee kinderen, elk voor de helft. Als de aandelen van de overledene twee miljoen euro waard zijn en tot diens persoonlijke vermogen behoren, worden zij opgenomen in de aangifte van nalatenschap en zwaar belast, bovenop het huis. Dat is allesbehalve een ideale oplossing en dus is het beter erop te anticiperen door bijvoorbeeld schenkingen te doen om de belastbare basis te verlagen.”

 

4. Kan ik mijn bedrijf aan mijn kinderen verkopen? Welke valkuilen moet ik vermijden?

“Dat is een scenario dat we vaak tegenkomen”, zegt Nadia Maes. Dat komt vooral voor wanneer niet alle kinderen in het bedrijf willen stappen, maar slechts één of een paar, en de ouder niet over de financiële draagkracht beschikt om de waarde van het bedrijf te compenseren tegenover de andere kinderen.”

“Zo'n scenario heeft enkele voordelen. Zo kan de bedrijfsleider een pensioenkapitaal verwerven en kan de overnemende zoon of dochter de verantwoordelijkheid worden gegeven om zich volledig voor het familiebedrijf in te zetten. Bovendien is de meerwaarde op dit ogenblik nog onbelast voor de verkoper, terwijl de koper een krediet kan afsluiten en dus niet noodzakelijk over het nodige kapitaal hoeft te beschikken.”

“Het is in ieder geval belangrijk zich te laten bijstaan door een bedrijfsrevisor om de waarde van de onderneming correct te bepalen en te voorkomen dat er later discussie ontstaat, in het bijzonder op het moment van de successie. En ook de bankier kan een belangrijke rol spelen om de beste financiële constructie, de eventuele structuur en de fiscale gevolgen te bepalen. In dat opzicht kan het overigens raadzaam zijn om bij de administratie om een ruling te vragen.”

 

5. Als de onderneming in de loop van de tijd een vastgoedportefeuille heeft opgebouwd, maakt dat de dingen dan ingewikkelder?

Nadia Maes: “Dat is een veel voorkomend probleem: heel wat ondernemingen hebben een vastgoedpijler die in meerdere of mindere mate verbonden is aan hun activiteit. Zodra iemand een overdracht overweegt, al dan niet tegen betaling, rijst de vraag wat er met die gebouwen moet gebeuren. Sommige daarvan worden misschien liever niet mee afgestoten, bijvoorbeeld wanneer de ondernemer de gezinswoning via de vennootschap heeft verworven. Hoe haal je een gebouw uit de vennootschap? Door het te verkopen aan een derde partij of het zelf over te nemen. Maar daar zijn fiscale gevolgen aan verbonden: de meerwaarde zal in de vennootschapsbelasting worden belast tegen een percentage van 25%, het verschil tussen de aanschaffingswaarde verminderd met de afschrijvingen en de verkoopwaarde. En om liquiditeiten uit de vennootschap te halen, moet ook de roerende voorheffing nog worden betaald. In totaal kan dat heel duur uitvallen, vooral als het gebouw volledig is afgeschreven. Een splitsing tussen een werkmaatschappij en een vastgoedvennootschap is een mogelijkheid. Let op voor fiscale valstrikken, er kunnen gevolgen zijn op het gebied van vennootschapsbelasting, registratierechten, roerende voorheffing en zelfs btw. Het is beter om de hulp van een goede specialist in te roepen.”

 

6. Als er mij iets overkomt, wil ik dat mijn huwelijkspartner het beheer van het familiebedrijf en de beslissingsbevoegdheid behoudt. Wat raadt u mij aan?

Jean-Philippe Bonte: “Als alle aandelen in het bezit zijn van een van beide huwelijkspartners, kan die beslissen ze in te brengen in de gemeenschap. In dat geval bezit de langstlevende echtgenoot dan de helft van het kapitaal en heeft de erfenis enkel betrekking op de andere helft. Een andere mogelijkheid is een (herroepelijke) schenking tussen echtgenoten: u kunt bijvoorbeeld de blote eigendom schenken en zelf het vruchtgebruik behouden, dat zal uitdoven bij uw overlijden. Hou wel rekening met het wettelijk voorbehouden erfdeel van de kinderen, want die hebben sowieso recht op 50% van de erfenis. Wat het bestuur betreft, is er niets dat een eigenaar verbiedt zijn partner aan te stellen als bestuurder of opvolger-bestuurder van de vennootschap, zodat die na het overlijden de bestuurder wordt.”

 

7. Kunnen de liquiditeiten bij een verkoop uit de vennootschap worden gehaald, en zo ja, hoe?

Nadia Maes antwoordt: “Een mirakeloplossing bestaat er niet: er zullen altijd fiscale gevolgen zijn. De klassieke manier is de duurste, namelijk dividenden uitkeren, die worden belast tegen 30%. Een andere mogelijkheid is een kapitaalvermindering. Om vrijgesteld te kunnen worden van belastingen, moet die betrekking hebben op het kapitaal dat bij de oprichting van de vennootschap of bij een kapitaalverhoging is ingebracht. De wetgever heeft de dingen in 2018 echter wat ingewikkelder gemaakt door een proportionele regel in te voeren die er, zonder in detail te treden, op neerkomt dat een deel van de kapitaalvermindering betrekking heeft op de reserves die in de loop der jaren zijn opgebouwd en dat die ook nog altijd tegen 30% wordt belast. Een derde mogelijkheid, ten slotte, is de liquidatiereserve. Daarbij wordt elk jaar een bepaald bedrag aan reserves geblokkeerd voor een periode van minstens 5 jaar. U betaalt dan onmiddellijk een belasting van 10% en na 5 jaar betaalt u nog eens 5% roerende voorheffing op de liquiditeiten die u opneemt. Let wel, wie in de toekomst een verkoop of overdracht overweegt, moet daar tijdig aan beginnen.”


8. Biedt het nieuwe vennootschapsrecht dat sinds 2019 van kracht is, mogelijkheden?

“Zeker wel,” beaamt Jean-Philippe Bonte, “het is veel flexibeler geworden. Voor aandeelhouders geldt het principe van één aandeel = één stem niet meer. Sinds 2019 kunnen aandelen met meervoudig stemrecht worden uitgegeven, bijvoorbeeld aandelen klasse A met tien stemmen per aandeel en aandelen klasse B met één stem per aandeel. Zo kan de bedrijfsleider de aandelen klasse B verkopen of overdragen en dankzij de aandelen met meervoudig stemrecht voorlopig toch de controle over de vennootschap behouden. Het is ook mogelijk om het dividendrecht modulair aan te passen door aandelen te creëren die recht geven op bijvoorbeeld 75% van de dividenden en andere op 25%. Bij een overdracht kan de ouder de aandelen met een hoog dividend aan een kind verkopen, dat de overname makkelijker kan financieren door toekomstige dividenden te gebruiken om de bank terug te betalen.”


9. Als iemand een vennootschap aan de kinderen schenkt, wat gebeurt er dan bij overlijden als er nog een rekening-courant openstaat?

“Let op, want dat wordt als een belastbare vordering in de nalatenschap beschouwd”, waarschuwt Nadia Maes. “De erfgenamen zullen daar successierechten op moeten betalen. Dat is een veel voorkomend aandachtspunt bij successieplanning. Ik raad in zulke gevallen aan dat te schenken met voorbehoud van vruchtgebruik en zo de inkomsten te behouden. In dat geval moet een authentieke schenking worden gedaan, wat betekent dat de schenking wordt geregistreerd en dat er schenkingsrechten op worden betaald. Maar dat is een uitstekende optie.”


10. Wat kan ik doen als ik een kind heb dat pas is afgestudeerd en misschien in het familiebedrijf wil stappen ... en een concurrent dat bedrijf wil overnemen?

Jean-Philippe Bonte: “Het is altijd interessant om even met de kandidaat-koper te gaan praten, maar wees voorzichtig, want een concurrent kan ook gewoon interesse veinzen om informatie los te weken. Mijn advies: laat u bijstaan door een specialist in fusies en overnames. ING biedt die dienst aan door bedrijfsleiders te helpen overnemers te vinden en hen gedurende het hele proces bij te staan.”

“Als uw zoon of dochter belangstelling heeft, moet u uiteraard alles nagaan en u ervan vergewissen dat die echt geschikt is om de fakkel over te nemen, want dat is natuurlijk niet altijd zo. Een assessment kan nuttig zijn, en die kan u zelf maken of met de hulp van anderen. Een mogelijke oplossing is een financiële partner vinden, bijvoorbeeld een private-equityfonds. Die zou een deel van het kapitaal kunnen overnemen en medevennoot kunnen worden, samen met de bedrijfsleider en diens kind, zodat die bedrijfsleider zijn zoon of dochter gedurende enkele jaren kan opleiden tot die klaar is om het bedrijf over te nemen. Tegelijkertijd wordt cash in het bedrijf geïnjecteerd en worden de aandelen van de eigenaar liquide gemaakt, zodat die de opbrengst daarvan kan gebruiken om bijvoorbeeld zijn andere kinderen te helpen. In elk geval maakt specialisten inschakelen het mogelijk om de situatie te objectiveren en emotie geen al te grote rol te laten spelen.”

Meer weten?